Door-, op- en afstroom normen

Algemene bepalingen

  1. Welke docenten vormen de overgangsvergadering? 
    De vergadering van docenten die lesgeven aan de leerling, bevoegd is tot het bevorderen of afwijzen van een leerling c.q. tot het geven van een al dan niet bindend advies. 
  1. Welke cijfers worden bij de overgang betrokken?  
    De leerling krijgt in een schooljaar 4 ( leerjaar 1 en 2) of 2 (leerjaar 3 en 4) rapporten. Elk rapport geeft per vak het gemiddelde van alle cijfers die behaald vanaf het begin van het schooljaar. Bevordering vindt plaats op grond van het vierde ( leerjaar 1 en 2) en/of tweede rapport (leerjaar 3 en 4). Hierbij worden de cijfers afgerond op één cijfer achter de komma. Een cijfer van 5,5 en hoger is een voldoende. 
  1. Welke regels gelden bij het voor de tweede keer doubleren in hetzelfde leerjaar? 
    Over het algemeen is doubleren (zittenblijven) geen optie. Alleen in bijzondere gevallen krijgt een leerling de mogelijkheid een jaar over te doen.  
  1. Welke regels gelden bij het doubleren in opeenvolgende leerjaren? 
    Een leerling kan niet in twee opeenvolgende leerjaren blijven zitten.           
  1. Welke regels gelden in bijzondere gevallen? 
    In bijzondere gevallen kan de docentenvergadering in het belang van de leerling afwijken van de hieronder vermelde normering. 
  1. Welke status hebben de besluiten van de docentenvergadering (overgangsvergadering)? 
    De besluiten van de docentenvergadering zijn bindend. Gedurende het schooljaar krijgen ouders en leerlingen een bindend besluit vanuit de deelschool wat betreft op- of afstroom. Een uitzondering op dit bindend besluit wordt gemaakt in het geval van opstromen. Bij opstroom wordt het besluit voorgelegd aan de leerling/ouders en is dit dus niet bindend. 
  1. Kan een leerling/ouder in beroep gaan tegen een beslissing van de rapportenvergadering? 
    Een leerling of – in geval van minderjarigheid –  diens ouder kan volgens het Reglement Overgangsnormen bij de directeur in beroep gaan tegen een beslissing van de rapportenvergadering m.b.t. de bevordering van de leerling. In het bestand aan de rechterzijde is de procedure hiervoor beschreven. 
  1. Tot wanneer kan een leerling van niveau veranderen? 
    Gedurende de schoolcarrière van een leerling kan de leerling tot begin leerjaar 3 van niveau veranderen en bij uitzondering. 
  2. Wat verstaat men onder tekortpunten? 
    Het tekort is de som van de verschillen, uitgedrukt in een heel getal, tussen het cijfer 6 en de afgeronde onvoldoenden. Dus het cijfer 5 levert één tekort op en het cijfer 4 levert twee te korten op. Een leerling met een cijfer 4 en een cijfer 5 heeft dus drie tekorten. 

Leerjaar 1 + 2 

Vanaf schooljaar ‘23-‘24 zijn de eerste drie leerjaren erop gericht de leerling maximaal de kans te geven zich te ontwikkelen. Dit doen we omdat we leerlingen de ontwikkeltijd en ruimte willen bieden om uiteindelijk een diploma te kunnen behalen op het voor hen best passende niveau.

Dat betekent:

  • Dat we het direct toekennen van leerlingen aan de onderscheidende niveaus nog even uitstellen.
  • Dat leerlingen terecht komen in een dakpanklas, zoals basis/kader of kader/gemengde leerweg. Deze verscheidenheid zorgt ervoor dat er extra veel van elkaar geleerd kan worden.
  • Dat de nadruk in de eerste drie leerjaren ligt op het maximaal ontwikkelen van kennis, vaardigheden en talenten van de leerlingen.
  • Dat pas in het vierde leerjaar de definitieve niveaus van de specifieke leerroutes, zoals basis, kader of gl een rol gaan spelen. Namelijk in het programma van toetsing en afsluiting dat bij de leerling past. Wat het best passend is voor de leerling hebben we in de drie leerjaren ervoor samen (leerling, ouders en school) kunnen ontdekken aan de hand van het leerproces en voortgang van de leerling.
  • Dat we periodiek met elkaar in gesprek zijn over de voortgang van de leerling in de driehoek leerling, ouders en mentor om uiteindelijk tot een goede niveaubepaling te komen in het vierde leerjaar.

In de onderbouw kennen alle leerlingen en docenten elkaar persoonlijk. Hierdoor dragen wij met z’n allen bij aan een prettige schoolcultuur waar normen, waarden en goede omgangsvormen centraal staan. Het welbevinden van onze leerlingen, hun sociale veiligheid, een goed klassenklimaat en pedagogisch klimaat is de voorwaarde voor het verdere leerproces. Verder kenmerken de leerjaren zich door een hoog doe-gehalte (50% van de lessen) en je maakt kennis met onze 6 werelden te weten, techniek, ontwerpen, podium, horeca, sport en gezondheid. 

De wereld van Ynsicht

Binnen elke wereld worden praktische opdrachten gemaakt zodat jij je langzamerhand bewust wordt van de verschillende mogelijkheden en beroepen die deze werelden bieden. We kiezen op YnSicht bewust voor een brede opleiding, we zijn van mening dat je pas echt kunt kiezen als je weet hoe je moet kiezen en als je weet wat je kunt kiezen. Dus wat ons betreft mag je jouw beroepskeus nog een tijdje uitstellen. Na 4 jaar op YnSicht ben je vervolgens heel goed in staat om je echte beroepskeus te maken richting het mbo.   

Leerlingen die de gemengde leerweg volgen krijgen ook te maken met deze 6 werelden, uit ervaring weten we dat ongeveer 80% van deze leerlingen na 4 jaar ook de stap naar het mbo maakt. De andere 20% van de leerlingen wordt voorbereid om de overstap naar de Havo te maken. 

Naast je reguliere lessen ga je ook echt de praktijk in, door middel van de Bliksemstage (= groepsstage) in klas 1 en de Talentenstage (= individuele stage) in klas 2. 

Vanaf klas 1 wordt er gewerkt met een portfolio. Hierin bewaar jij jouw persoonlijke ontwikkeling van klas 1 t/m 4 op YnSicht. Het toepassen van zelfreflectie en het ontdekken van je talenten en kwaliteiten op YnSicht stelt jou in staat uiteindelijk een goede keuze te maken voor een vervolgopleiding in het MBO. 

  • het ontdekken van je eigen talenten en kwaliteiten,
  • kennis maken met de mogelijkheden binnen voeding, ICT en techniek,
  • inzicht krijgen in opleidingen en beroepen die aansluiten op het mbo,
  • het ontdekken welke praktijkroute in de bovenbouw voor jou interessant is,
  • het ontwikkelen van een goed gevuld portfolio.

Leerjaar 3 

In het kader van de doorontwikkeling van de heterogene klassen worden de overgangsnormen op dit moment herzien.

Leerjaar 4 

Leerlingen in het vierde leerjaar hebben altijd toegang tot het examen mits het schoolexamen volgens de in het PTA en het examenreglement opgenomen data is afgesloten. Vanuit de school kan wel een advies worden gegeven om een leerling terug te trekken voor het examen. Dit vindt plaats indien een leerling meer dan 4 tekorten heeft. 
a. In leerjaar 4 is er geen mogelijkheid meer tot niveauwijziging.  
b. Leerlingen in het vierde leerjaar hebben altijd toegang tot het centraal examen als het schoolexamen (zie PTA) op de volgens de school vastgestelde datum is afgesloten. De vakken waarbij gewerkt wordt met handelingsdelen dienen voor het centraal examen afgesloten te worden. 

Uitslag leerwegen vmbo  

De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: 

a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers minimaal 5,5 is;  
b. de leerling voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald; 
c. de eindcijfers voldoen aan de volgende eisen: 

  • Alle eindcijfers zijn 6 of hoger. 
  • Of één eindcijfer is een 5 en alle andere eindcijfers zijn 6 of hoger. 
  • Of één eindcijfer is een 4 en de andere eindcijfers zijn 6 of hoger waarvan tenminste één eindcijfer een 7 of hoger is. 
  • Of voor twee vakken is het eindcijfer een 5 en de overige eindcijfers zijn 6 of hoger waarvan ten minste één eindcijfer een 7 of hoger is. 

d. de leerling voor geen van de Beroepsgerichte Keuzevakken lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald;  
e. de leerling voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie “voldoende” of “goed” heeft behaald;  
f. als het een eindexamen gemengde leerweg betreft: de leerling  voor het profielwerkstuk de kwalificatie  “voldoende” of “goed” heeft behaald.