Toelating

Het praktijkonderwijs beschikt over een Commissie van Onderzoek en Toelating (CVO), die bekijkt of een leerling wordt toegelaten op De Brêge. Hiernaast zijn alle scholen voor praktijkonderwijs gebonden aan door de wet voorgeschreven regels.

Onafhankelijke commissie

De wet zegt dat elke aanmelding voorgelegd dient te worden aan de PCL Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Fryslân-Noard. Deze onafhankelijke commissie beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot het praktijkonderwijs. Er wordt daarbij in het bijzonder gekeken naar intelligentie en leerachterstanden. Ouders moeten toestemming geven voor het opsturen van de benodigde gegevens. De CVO beslist uiteindelijk of een leerling wordt toegelaten.

Doelgroep en criteria

Hieronder lichten we de doelgroep van De Brêge toe en welke criteria we hanteren bij toelating. Oftewel, aan welke leerlingen kunnen wij in het huidige praktijkonderwijs onderwijs op maat bieden?

Kenmerkend voor een leerling in het praktijkonderwijs: 

  • Het IQ ligt tussen de 55 en de 80;
  • de leerachterstanden zijn tenminste drie jaar op meer dan twee domeinen (technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en inzichtelijk rekenen), waarvan minimaal één van de twee domeinen begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen is;
  • er is sprake van eventueel sociaal emotionele problematiek;
  • er is sprake van eventueel concentratieproblematiek;
  • de leerling heeft baat bij leren door doen;
  • sommige leerlingen komen het praktijkonderwijs binnen met andere specifieke problematiek.

Contra-indicaties

De Brêge biedt leerlingen met een extra hulpvraag praktijkonderwijs aan op maat. Hieronder lichten we toe naar welke contra-indicaties gekeken kan worden. Contra-indicaties bij toelating kunnen zijn:

  • De leerling heeft continu een speciale aanpak of een speciale leerplek nodig;
  • de leerling is niet in staat zijn aandachtvraag uit te stellen;
  • de leerling kan niet enige tijd zonder toezicht werken;
  • de leerling heeft een intensieve lichamelijke verzorging nodig;
  • de leerling vormt een bedreiging voor de omgeving vanwege onvoorspelbaar en/of agressief gedrag;
  • er is onvoldoende betrokkenheid of veel weerstand tegen het praktijkonderwijs van de ouders/verzorgers;
  • er zijn meerdere stressfactoren rondom het kind en zijn thuissituatie.

Zicht op toelaatbaarheid

De Brêge krijgt zicht op de specifieke eigenschappen en toelaatbaarheid van toekomstige leerlingen door:

  • Een warme overdracht met de (speciale)basisscholen;
  • het lezen van het totale dossier, zowel van school als van ouders;
  • een gesprek te voeren met de leerling en met de ouders/verzorgers;
  • het observeren van de leerling op de school van herkomst of het organiseren van een proefplaatsing. De leerling is dan gast leerling die blijft ingeschreven op de school van herkomst.

Observatie of proefplaatsing

Om zicht te krijgen op de toelaatbaarheid van een leerling, kunnen ouders/verzorgers of toekomstige leerlingen kiezen voor een observatie of proefplaatsing. Hierbij is de leerling dan gast-leerling, maar hij/zij blijft eerst ingeschreven op de school van herkomst. We letten op een aantal zaken bij een observatie of proefplaatsing:

  • Heeft de leerling een zekere mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid?
  • Kan de leerling omgaan met de autoriteit van docenten?
  • Hoe is de omgang met de groepsgenoten?
  • Heeft de leerling een gemotiveerde houding om deel te nemen aan praktijkonderwijs?
  • Zijn er op school voldoende faciliteiten en deskundigheid om de hulpvraag van deze leerling te beantwoorden?

De Schakelklas

Naast al het praktijkonderwijs dat geboden wordt op De Brêge, is het een mogelijkheid voor leerlingen om in te stromen in de schakelklas. In de schakelklas zitten leerlingen met een praktijkonderwijsbeschikking die mogelijk kunnen instromen in het VMBO. Bij Onderwijs is hier meer informatie over te vinden.