Hieronder worden meerdere begrippen gebruikt, deze worden toegelicht in het document hiernaast ‘Door-, op- en afstroom: Begripsbepaling De Dyk’.
In het kader van goed onderwijs én als gevolg van onze goede plaatsingswijzer is noch doubleren, noch afstromen de bedoeling. Desondanks kan dit gebeuren. Doubleren is een optie als we van mening zijn dat de leerling het wel kan, maar het niet heeft laten zien. Bijvoorbeeld door langdurige ziekte, of door omstandigheden die van invloed geweest zijn op de wil om te leren.
Afstromen is eigenlijk alleen een optie als we zeker weten dat de leerling het niet kan. Met andere woorden: de intellectuele vermogens van de leerling schieten te kort. Afstromen mag niet het gevolg zijn van sociaal-emotionele problemen. Deze problemen dienen we te onderkennen en door middel van goede begeleiding op te lossen. Het is dus belangrijk om bij onvoldoende prestaties op tijd in gesprek te gaan, op zoek naar oorzaken.
In alle leerjaren is er een norm voor doorstroom. In klas 1 en 2 is er daarnaast ook een norm voor opstroom. In de gevallen waarin de leerling de norm voor doorstroom niet haalt, vergadert en beslist het mentorteam over wat er met de leerling gebeurt: toch doorstromen, afstromen of doubleren. Hierover is altijd vooraf met leerling en ouders overleg. Bij beslissingen over doorstroom, opstroom en doubleren gaan we uit van het voortschrijdend gemiddelde, berekend op één decimaal.
De normen staan omschreven in het document hiernaast, ‘Door-, op- en afstroom: de normen De Dyk’.
Voorafgaand aan het besluit inventariseert de mentor op basis van de resultaten welke leerlingen er in aanmerking komen voor op-, af- of doorstroom. De leerlingen worden eerst besproken in het mentoroverleg en in de driehoek mentor – ouder – leerling. Vervolgens valt het besluit in het mentoroverleg. De ouders worden uiterlijk binnen drie werkdagen nadat het besluit is genomen door de mentor geïnformeerd.
Ouders kunnen bezwaar maken tegen het besluit. Binnen 24 uur nadat het besluit gedeeld is met de ouders, moeten zij eventueel bezwaar kenbaar maken bij de mentor. De mentor neemt het besluit in heroverweging, in overleg met het mentorteam. Na de vergadering van het mentorteam deelt de mentor het resultaat van de heroverweging.
Indien de ouders van een leerling het niet eens zijn met het besluit van het mentoroverleg, dan kunnen zij beroep aantekenen bij de directeur van De Dyk. De beroepsprocedure verloopt als volgt: