Wanneer je van de basisschool komt, kom je op het Leeuwarder Lyceum in de onderbouw. Afhankelijk van het schooladvies wordt een leerling geplaatst in een havo/vwo- of vwo-klas. Vanaf klas 3 volgt een leerling HAVO of VWO onderwijs in een bijpassende klas.
Elke leerling heeft een eigen mentor. Tijdens de mentorlessen wordt er o.a. aandacht geschonken aan studievaardigheden, maar ook aan groepsvorming.
Er vinden gedurende het jaar drie MOL-gesprekken plaats (Mentor-Ouder-Leerling). Hierbij presenteren leerlingen hun voortgang in het schooljaar en worden er doelen voor de komende periode bepaald. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor ouders in de school.
Alle leerlingen in klas 1 en 2 volgen het vak O&O, onderzoeken en ontwerpen. Dit is het vak dat alleen op een Technasium gegeven wordt. Bij dit vak zijn samenwerken, zelf plannen en organiseren en ook creatief denken en presenteren belangrijke vaardigheden waaraan in projectvorm gewerkt wordt. Vanaf de derde klas is O&O een keuzevak.
In de onderbouw worden er toetsen gegeven op havo- en op vwo-niveau. In het Programma van Toetsing voor de Onderbouw (PTO) vind je per vak en per periode de onderwerpen van de toetsen. Ook staat in het PTO op welke manier de stof getoetst wordt: bijvoorbeeld met een proefwerk, een presentatie of een werkstuk.
Op dit moment vinden er geen maatschappelijke stages plaats op het Leeuwarder Lyceum.